een dagje Poverello in Brussel
Armoede. Het is een begrip waar we allemaal het liefst zo weinig mogelijk mee in
contact komen. Waarom zou je ook? Zo lang je genoeg geld hebt om je rekeningen te
betalen en je het je kan veroorloven om uit te gaan is er niets aan de hand. Dat maakt
ook dat we individuen die zich in een financieel minder bedeelde situatie bevinden het
liefst van ons ver vandaan houden. Volgens mij komt daar ook de stigma vandaan die
we anderen opspelden. “Als jij arm bent, ben ik – in vergelijking – rijker en heb ik niets
met jou te maken”, denken we dan vaak.
Op die manier kunnen we niemand uit hun isolement halen. Integendeel, we duwen ze
er nog verder in, met als gevolg dat armen zich buitengesloten voelen van de
maatschappij en het vaak moeilijk hebben om zich te redden in een maatschappij die
niets met hen te maken wil hebben.
Een organisatie die tegen de stroom in durft te roeien wordt dan vaak met enige
argwaan en meewarigheid bekeken. Toch vergt het enige moed om dat te doen,
aangezien de leden en medewerkers zich minstens voor een stuk identificeren met een
buitenklasse en dus geassocieerd worden met de zogenaamde ‘outsiders’.
Groot was dan ook mijn verbazing toen ik op zondag 22 augustus aan een misviering
van Poverello deelgenomen. Aan het uiterlijk van de parochianen – zo mogen we ze wel
noemen, denk ik – zou je niet kunnen zeggen dat ze in die ruime zaal zitten en praten
met andere lotgenoten omdat ze buitengesloten voelen en zich in de meeste gevallen in
een bijzonder precaire monetaire situatie bevinden. Velen waren die dag dan ook op
hun paasbest gekleed en niet te onderscheiden van de toeristen die wat verder op de
Vossenmarkt van hun koffie en pas gekochten dingen genoten.
Na de mis had ik een bijzonder gesprek met een ‘locataire’, wat zoveel wil zeggen dat hij
een slaapplaats huurt van Poverello. In een mix van Frans en Engels maakte hij me
duidelijk dat, om veiligheidsredenen, alleen mensen ouder dan vijftig jaar toegelaten zijn
tot het etablissement. Dat is trouwens bevestigd door de directeur van het Brusselse
filiaal. In ieder geval vertelde de locataire me dat in principe iedereen geduld wordt in het
zaaltje, ongeacht de afkomst. Dat kan ook moeilijk anders, zei hij, aangezien Poverello
Brussel zich midden in de Marollen bevindt, een wijk waar de nationaliteiten en talen
talrijk zijn.
Even later had ik een gesprek met Lucien Van Eetvelde, de coördinator – of directeur
als je wil – van de afdeling in Brussel. Hij vertelde me het hele verhaal van Jan
Vermeiren, een Leuvense arts, die Poverello had gesticht. Zijn bekering of toewijding tot
het katholicisme, zei Van Eetvelde, was een keerpunt in Vermeirens leven en was
dusdanig tekenend voor het ontstaan van de organisatie.
Het was een bijzondere ervaring om de mensen te mogen spreken die er vrijwillig hun
tijd en energie in steken in het proberen van iedereen te betrekken in de maatschappij
en zo te zorgen dat niemand zich uitgesloten moet voelen. Ten slotte zijn de mensen het
vermelden waard die dagelijks een bezoek brengen aan Poverello en toch een
beschermde wereld voor elkaar gecreëerd hebben.